Kopje koffie, Alexandra?
In die tijd informeert Alfa of ze het nog steeds naar haar zin had in haar baan. En of ze misschien eens een kopje koffie wilde komen drinken. Alexandra: “Het klikte meteen heel leuk. Ik had het gevoel dat alle puzzelstukjes op hun plek vielen. Bij Alfa heb ik een combinatie van werkzaamheden. In de agropraktijk ben ik al klantbeheerder voor de kleinere bedrijven. Zo kan ik me verder ontwikkelen en verbeteren in die rol. En dat combineer ik weer met grotere mkb-opdrachten. Die heb ik voor mijn studie nodig én ik vind het zelf interessant.”
Twee praktijkbegeleiders bij Alfa
Die studie is er één voor AA, haar stip op de horizon. Niet alleen als onderdeel van die opleiding leert Alexandra, ook Alfa steekt tijd in haar coaching. “Ik heb twee praktijkbegeleiders. Eén voor het vakinhoudelijke deel, één voor de soft skills die mij coacht in de gesprekken met de klanten. Ik vind het belangrijk dat je ook signalen van de klant goed oppikt en dat je je daarin ontwikkelt. Dat is misschien tegenwoordig wel net zo belangrijk als de theorie. Als ik naar een klant ga nemen we vooraf even door wat ik ga bespreken. En na afloop is er tijd om terug te koppelen: wat ging er goed, en wat had je anders kunnen doen?”
Beetje stijve organisatie...
Ook leert ze in die vier maanden Alfa op een heel andere manier kenen. “Ja, het beeld dat ik van Alfa had klopte niet. Ik dacht altijd dat het een beetje een stijve organisatie was, om het zo te zeggen. Maar dat ervaar ik helemaal niet zo. Je kunt hier echt jezelf zijn.” En jezelf als ongeduldige junior klantbeheerder snel ontwikkelen. “Ja, ik verwacht door te groeien naar klantbeheerder slash accountant. Ik denk wel met de focus op agro. Ik draai nu als assistent al mee bij complexe agroklanten met een ervaren accountant. De bedoeling is dat die accountant op termijn een stapje terug doet en ik een stapje naar voren. Maar dan weet ik wel precies hoe die klant in elkaar zit. Voor de klant is het ook fijner dan een koude overdracht.”
Tegen die tijd moet haar AA-titel ingelijst aan de muur naast een ander papiertje hangen: het trekkerrijbewijs. Lachend: “Ja, ik ben bezig om trekker te leren rijden. Dan kan ik ook eens een keer voeren als Niek een keer iets wil gaan doen met vrienden. We hebben een melkveebedrijf met 130 koeien en 80 stuks jongvee. Als het even kan werk ik mee!”